Kraken

Waarom kraken?

Tot voor kort was Nederland zo ongeveer het enige land ter wereld waar het kraken niet verboden was bij wet. Dit betekent niet dat er in andere landen niet wordt gekraakt, maar het geeft wel aan dat het een algemeen geaccepteerd en toegepast instrument was om woningnood en leegstand tegen te gaan. Vooral in de jaren '70 en '80 vierde de kraakbeweging hoogtij, ook in Groningen. Tegenwoordig wordt er nog steeds gekraakt en dat zal ook wel zo blijven. De motieven om te kraken zijn nog steeds dezelfde als 20 jaar geleden.

Als geen andere groep heeft de kraakbeweging in de loop der jaren haar bijdrage geleverd aan de woonstrijd. Zeker in het verleden werd er door de machthebbers in de Nederlandse steden terdege rekening gehouden met de wensen van de kraakbeweging. Regelmatig zijn grote sloopplannen naar de prullenbak verwezen na protesten en ook zijn veel kraakpanden gelegaliseerd tot woongroepen. Het Oude RKZ in Groningen is daar misschien wel het beste voorbeeld van. In sommige steden hebben krakers nog steeds wel invloed, vooral in buurten. Krakers vinden dat ze het recht hebben panden te kraken zolang er leegstand is, terwijl er ondertussen ook mensen dakloos zijn. Hierin werden ze tot oktober 2010 vrij ver gesteund door de wet. Kort gezegd was het mogelijk een pand te kraken als het een jaar of langer leeg stond. Mensen mochten dan dit pand in gebruik nemen als woonruimte, wat wil zeggen dat ze er een bed en een stoel moesten hebben staan. De eigenaar van het pand mocht ze er dan niet zomaar uitzetten.

De kraakscene is een veelzijdig wereldje. Krakers zijn vaak kritische en activistische mensen met een duidelijke mening en de wil om daadwerkelijk iets met die mening te doen. Kraakpanden vormen vaak het centrum van activeiten op allerlei politieke deelgebieden, zoals anti-militarisme, anti-fascisme, anti-seksisme en anti-bont. Daarnaast zijn kraakkroegen en volkskeukens vaak het middelpunt van de 'alternatieve' scene in een stad. Ook vinden veel culturele activiteiten plaats in kraakpanden en hebben veel kunstenaars een plekje voor hun atelier gevonden in een pand.

In Nederland is veel leegstand en veel woningnood. Veel leegstand wordt veroorzaakt door speculatie met onroerend goed. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een pand langere tijd (soms zelfs jarenlang) niet gebruikt wordt omdat dit in het (financieel) belang van de eigenaar is. Langdurige leegstand heeft, naast het onrechtvaardige aspect dat tegelijkertijd ook mensen dakloos zijn, nog meer nadelige gevolgen. Leegstaande panden trekken vaak vandalen aan. Zo worden ruiten ingegooid, worden panden beklad en wordt er soms zelfs brand gesticht. Maar ook zie je vaak dat tuinen overwoekeren en schuttingen vergaan. Dit alles heeft een heel nadelige invloed op het leven in de bewuste buurt. Omwonenden zijn daarom vaak juist heel blij dat krakers intrek nemen in een pand dat lang leeg heeft gestaan. Krakers proberen dan ook meestal meteen na de kraak een goede band met de buurt op te bouwen. In buurtcomité's gaan krakers geregeld hand in hand de strijd aan met de problemen die er in hun wijk spelen.

De nieuwe kraakwet

Sinds 1 oktober 2010 is kraken bij wet verboden. Een wetsvoorstel van de Kamerleden Van der Burg (VVD), Ten Hoopen (CDA) en Slob (ChristenUnie) is zowel door de Eerste als de Tweede Kamer aangenomen. De wet heet officieel Wet Kraken en Leegstand. Deze naam geeft al aan dat de nieuwe wet tweeledig is. Enerzijds wordt kraken ten allen tijden verboden. Hiermee vervalt het oude artikel 429sexies, waarin werd bepaald dat kraken na meer dan één jaar leegstand niet verboden is, uit het Wetboek van Strafrecht. Anderzijds voorziet de nieuwe wet in maatregelen om leegstand van bedrijfspanden tegen te gaan.

De Wet Kraken en Leegstand omvat een aantal nieuwe wetsartikelen. Allereerst moet hier genoemd worden art. 138a WvSr. De tekst luidt als volgt:

1. Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

2. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

3. De in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

De betekenis van artikel 138a

a) Door de plaatsing van het artikel in het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht is kraken een misdrijf. Dit betekent o.a. dat er voorlopige hechtenis mogelijk is bij verdenking van het plegen van dit delict, hetgeen een voorwaarde is om in verzekering gesteld te kunnen worden. Daarnaast heeft de arrestant reeds voor het eerste verhoor recht op een advocaat. Bij misdrijven geldt dat de daaropgestelde maximale gevangenisstraf met een derde kan worden verhoogd indien tijdens het plegen van het feit nog geen vijf jaar zijn verlopen sinds betrokkene is veroordeeld tot gevangenisstraf wegens een soortgelijk misdrijf (artikel 43a Sr). Het deelnemen aan een organisatie die het plegen van strafbare feiten tot oogmerk heeft – op welke deelname maximaal zes jaar gevangenisstraf is gesteld – is alleen strafbaar als die strafbare feiten misdrijven zijn (artikel 140 Sr). Daardoor ontstaan ruimere mogelijkheden om op te treden tegen krakers die recidiveren en die een gestructureerd samenwerkingsverband vormen dat op het kraken van panden is gericht. Tot slot is medeplichtigheid aan kraken strafbaar, alsmede een poging tot kraken.

b)Artikel 138a spreekt van vertoeven. Vertoeven is het ergens zijn. Het maakt dus niets uit of je ergens woont of op bezoek bent. Ook maakt het niet uit of jij het pand zelf gekraakt hebt. De bedoeling van de wet is dat het ook strafbaar is om in een pand te vertoeven dat vóór 1 oktober 2010 gekraakt is. Het vertoeven moet wederrechtelijk zijn. Veel krakers leggen dit zo uit dat als zij een (mondelinge) overeenkomst hebben met de eigenaar van hun kraakpand, zij niet wederrechtelijk vertoeven in het pand. Echter indien de eigenaar deze overeenkomst eenzijdig opzegt is de afspraak niet zo veel meer waard. Naar het oordeel van het gerechtshof Amsterdam in haar uitspraak van 1 maart 2011 kan er ook gesproken worden van vertoeven met betrekking tot personen die in het door hen gekraakte gebouw wonen maar zich ten tijde van de ontruiming van de woning of het gebouw, als bedoeld in de artikelen 138 en 138a Sr, voor korte termijn elders bevinden. Het woord ‘vertoeven’, het zich (voor enige tijd) ophouden, heeft in artikel 551a Sv (zie hieronder) immers dezelfde betekenis als ‘verblijven’, waaronder, aldus Van Dale, wordt verstaan: ‘enige tijd wonen’, een betekenis die duidelijk een ruimere omvang heeft dan het enkele feitelijk ter plaatse zijn. Het hof wijst er voorts op dat, voor zover het gebruik van het woord ‘vertoeven’ al tot enige onduidelijkheid zou kunnen leiden, het op grond van de strekking van de wetsgeschiedenis, die immers op niet mis te verstane wijze tot uitdrukking brengt dat artikel 551a Sv een strafvorderlijke bevoegdheid biedt voor de ontruiming van gekraakte panden, het voor krakers duidelijk is geweest dat door de ontruiming de aan hen toebehorende voorwerpen zouden worden verwijderd en aan hun huisrecht feitelijk een einde zou worden gemaakt.

Het gegeven, dat artikel 551a Sv ook grondslag biedt voor de ontruiming van de woning van een tijdelijk niet aanwezige kraker, leidt wel tot de noodzakelijk te stellen eis dat de ontruiming tijdig vooraf aan de kraker wordt medegedeeld. Alleen dan zal voor deze kraker voldoende duidelijk zijn dat binnen afzienbare tijd zijn huisrecht feitelijk wordt beëindigd. In dit verband dient te gelden dat de kraker die tijdelijk afwezig is ervoor zal hebben te zorgen dat mededelingen die tijdens zijn afwezigheid aan hem worden gedaan, hem bereiken.

c) Lid 2 van artikel 138a spreekt van middelen geschikt om vrees aan te jagen. Dit is een zeer vage omschrijving. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt slechts één voorbeeld gegeven ter uitleg van deze frase, namelijk het geval waarin een kraker bij een ontruiming dreigt een voorwerp uit het pand te vernielen. Het is afwachten op rechterlijke uitspraken voor een nadere invulling van dit 2e lid.

d)De straffen zijn maximumstraffen. In het verleden vielen straffen, zeker voor kraak acties, veel lager uit. Voorwaardelijke boetes van ongeveer 250 euro waren gebruikelijk. Bij de eerste veroordeling op grond van dit artikel op 26 november 2010 werden 6 krakers door de rechtbank Utrecht veroordeeld tot 40 uur werkstraf, te vervangen door 20 dagen hechtenis.

Een tweede belangrijk nieuw artikel dat voortkomt uit de Wet Kraken en Leegstand is art. 551a Wetboek van Strafvordering. De wettekst luidt als volgt:

In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 van het Wetboek van Strafrecht kan iedere opsporingsambtenaar de desbetreffende plaats betreden. Zij zijn bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.

De betekenis van artikel 551a:

a)De politie mag alle panden betreden waarvan zij denkt dat er zich personen wederrechtelijk vertoeven. Bij een (mondelinge) afspraak tussen eigenaar en krakers zou er dus geen sprake zijn van wederrechtelijk vertoeven en mag de politie het pand dus niet betreden. De rechter kan beoordelen of er sprake is van wederrechtelijk vertoeven (zie hieronder bij rechtspraak). De Rechtbank Utrecht besliste op 2 maart 2011 dat van wederrechtelijk vertoeven geen sprake kan zijn indien het OM de stelling van de krakers, dat zij toestemming van de eigenaar zouden hebben het pand te gebruiken, onvoldoende weerspreekt. Een enkele aangifte van de eigenaar is volgens de voorzieningenrechter onvoldoende om de rechtmatigheid van de voorgenomen ontruiming vast te stellen.

b) Het lijkt erop dat de politie alles en iedereen mag verwijderen uit een pand bij verdenking van kraken, voor zover een rechter niet anders heeft bepaald. Het Hof Amsterdam stelt in haar arrest van 1 maart 2011 echter grenzen aan het verwijderen van goederen uit een pand bij ontruiming. Het hof stelt dat er nadere regelgeving (lees: beleidsregels OM) moet komen met betrekking tot de bescherming die artikel 1 Eerste Protocol EVRM biedt. Zeer bijzondere omstandigheden daargelaten zal een niet aangekondigde verwijdering van de aan de krakers in eigendom toebehorende zaken in het kader van een ontruiming op de voet van artikel 551 Sv immers een ontoelaatbare inbreuk maken op de door het artikel 1 Eerste Protocol gegeven bescherming van het (ongestoorde genot van het) eigendomsrecht.

Indien echter een deugdelijke voorafgaande aankondiging van de ontruiming plaatsvindt is daarmee naar het oordeel van het hof voldaan aan de door artikel 1 Eerste Protocol EVRM verlangde procedurele waarborgen. Het is vervolgens aan de krakers om hun, gezien het bepaalde in artikel 138 en 138a Sr, zich illegaal in het pand bevindende voorwerpen zelf te (doen) verwijderen. Het hof gaat er vanuit dat op zo zorgvuldig mogelijke wijze met in het pand aangetroffen voorwerpen zal worden omgegaan en dat de redelijk mogelijke moeite wordt gedaan opdat de verwijderde voorwerpen aan de eigenaar zullen worden (kunnen) teruggeven. Het gaat hierbij overigens alleen om voorwerpen die eigendom zijn van de bewoners.

Rechtspraak

Binnen twee maanden na de inwerkingtreding van de Wet Kraken en Leegstand is er al jurisprudentie ontstaan, die leidt tot een nuancering van de nieuwe wet.

Onder de oude wet vond strafrechtelijke ontruiming plaats voordat de strafrechter overtreding van art. 429sexies Sr. bewezen had verklaard. Op 9 oktober 2009 stak de Hoge Raad (NJ 2010, 213) hier echter een stokje voor. Het arrest verklaarde de bestaande praktijk van strafrechtelijke ontruimingen onwettig. De wetgevers van de nieuwe Wet Kraken en Leegstand hebben middels het nieuwe artikel 551a Sv. de strafrechtelijke ontruiming van een wettelijke basis willen voorzien.

De bewoners van een aantal panden in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Leeuwarden hebben in oktober 2010 een zaak tegen de staat aangespannen. Zij stelden voor het Gerechtshof in Den Haag het vermoeden te hebben door het Openbaar Ministerie (OM) als verdachte van overtreding van art. 138a Sr. te worden aangemerkt en mogelijk met ontruiming op grond van art. 551a Sv. te worden geconfronteerd. Krakers stelden dat slechts tot ontruiming mocht worden overgegaan nadat een strafrechter had vastgesteld dat er sprake is van het plegen van een strafbaar feit. Het Gerechtshof gaat hier niet in mee.Verder stelden de krakers dat een ontruiming zonder tussenkomst van een rechter in strijd is met het ‘huisrecht’ zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Hier besliste het Hof het volgende:

Tegen deze achtergrond moet geoordeeld worden dat de ontruiming van appellanten uit hun woningen slechts kan plaatsvinden nadat de voorzieningenrechter over de rechtmatigheid van de ontruiming een uitspraak heeft kunnen doen. Aangezien het recht op een ‘effective remedy’ niet vereist dat tegen de uitspraak in eerste instantie ook een rechtsmiddel open staat, acht het hof het noodzakelijk maar ook voldoende dat appellanten de gelegenheid krijgen het oordeel van de voorzieningenrechter in te roepen. Het OM hoeft evenwel niet de uitkomst van een eventueel tegen die uitspraak ingesteld hoger beroep af te wachten.

Dit betekent dat indien het OM voornemens is een kraakpand te ontruimen, zij dit tijdig meldt bij de bewoners, opdat deze in de gelegenheid worden gesteld in kort geding te laten toetsen of er sprake is van wederrechtelijk vertoeven in een pand. Volgens het Hof dienen ten minste nauwkeurig omschreven en deugdelijk gepubliceerde beleidsregels van het OM te bestaan, waarin dit geregeld wordt.  Starten de bewoners evenwel geen procedure dan kan het OM na enige tijd toch overgaan tot ontruiming van het pand. Gaan de krakers in hoger beroep tegen een negatieve beslissing in kort geding, dan heeft dit geen schorsende werking en kan het OM dus overgaan tot ontruiming. Deze uitspraak van het gerechtshof in Den Haag wordt algemeen beschouwd als een eerste overwinning voor de krakers. De staat heeft direct na de uitspraak aangekondigd in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Op 28 oktober 2011 heeft de Hoge Raad de uitspraak van het Hof bevestigd. Minister van Justitie Fred Teeven zal nu met de uitspraak van de hoogste rechtsinstantie in de hand bekijken of de wet aangepast moet worden om te voldoen aan de eisen van artikel 8 EVRM.

Het Hof Amsterdam oordeelde overigens op 1 maart 2011 dat het huisrecht alleen van toepassing is op bewoners van een kraakpand en niet op bijvoorbeeld een eetcafé, weggeefwinkel of expositieruimte.

Het Openbaar Ministerie

In reactie op bovenstaande uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag heeft het College van procureurs generaal op 30 november 2010 beleidsregels gepubliceerd aangaande de uitvoering van de Wet Kraken en Leegstand:

Uitgangspunt

Het kraakverbod, dat vanaf 1 oktober 2010 van kracht is, zal door politie en Openbaar Ministerie onverkort worden gehandhaafd. Krakers weten dat zij zich schuldig maken aan een strafbaar feit (overtreding van art. 138, 138a of 139 Sr) en dat zij derhalve rekening dienen te houden met ontruiming van het door hen gekraakte pand. Krakers hebben de mogelijkheid om tegen een voorgenomen ontruiming een kort geding aan te spannen. Rekening houdend met het arrest van het Gerechtshof te Den Haag, is besloten dat ontruimingen op basis van art. 551a Sv in beginsel aan de bewoners van een kraakpand worden aangekondigd en dat in beginsel zal worden gewacht met ontruimen totdat de voorzieningenrechter zich over een voorgenomen ontruiming heeft uitgelaten, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, die hierna nader worden omschreven.

Aankondiging en kort geding

Een ontruiming wordt door of namens het Openbaar Ministerie schriftelijk bij de bewoners van het te ontruimen pand aangekondigd, tenzij sprake is van de hieronder genoemde uitzonderingsgevallen. In de aankondiging wordt vermeld dat de ontruiming zal plaatsvinden binnen acht weken na de aankondiging (eventueel, maar niet noodzakelijk, met vermelding van de precieze voorgenomen ontruimingsdatum), doch niet binnen de eerste zeven dagen van die termijn, teneinde de krakers in de gelegenheid te stellen binnen die zeven dagen een kort geding aanhangig te maken door middel van het uitbrengen van een dagvaarding tegen de Staat met daarin een datum en tijd van behandeling. Bij de berekening van deze termijn wordt de Algemene termijnenwet aangehouden. Indien (tijdig) van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, zal het vonnis van de voorzieningenrechter worden afgewacht. Indien (en zodra) zich een of meer bijzondere omstandigheden voordoen, zoals hieronder omschreven, kan het wederrechtelijk bewoonde pand terstond – en dus zonder dat een eventueel kort geding wordt afgewacht – worden ontruimd.

Bijzondere omstandigheden en spoedontruimingen

In bepaalde omstandigheden kan worden afgeweken van de hoofdregel om ontruimingen van te voren aan te kondigen en te wachten met ontruimen tot een voorzieningenrechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan. In zo'n geval volgt een spoedontruiming. Dit betreft de volgende situaties:

In Amsterdam en omgeving vinden sinds 2012 steeds vaker spoedontruimingen plaats. Meestal betreft het panden die nauwelijks een week gekraakt zijn. De spoedontruiming lijkt zo gebruikt te worden door het OM om de gang naar de rechter te omzeilen. Door het plotselinge en onaangekondigde karakter van de spoedontruiming hebben de bewoners meestal geen mogelijk de ontruiming vooraf te laten toetsen door een rechter. Bij een kort geding na de ontruiming hebben de krakers normaal gesproken geen spoedeisend belang meer.

De Rechtbank Assen heeft op 2 maart 2011 als eerste bepaald dat de hierboven beschreven beleidsregels van het OM voldoen aan art. 8 EVRM.

De Groninger ‘driehoek’

Het driehoeksoverleg tussen burgemeester, hoofdofficier van justitie en hoofdcommissaris van de politie in Groningen is op z’n zachtst gezegd vaag over het door haar te voeren beleid ten aanzien van het strafrechtelijke deel van de Wet Kraken en Leegstand. Nadat burgemeester Peter Rehwinkel in september 2010 aanvankelijk had geroepen dat de driehoek in Groningen de anti-kraakwet consequent zou gaan uitvoeren vanaf 1 oktober, werd hij enkele dagen later al weer teruggefloten door wethouder Karin Dekker. Daarop twitterde de burgemeester vanuit China dat er geen heksenjacht op krakers zou komen. Ook het OM zei nog niet grootschalig te willen gaan ontruimen. Te verwachten valt dat het OM in Groningen zich zal houden aan de hierboven beschreven beleidsregels van het college van procureurs generaal. De ontruiming van de voormalige Pizzeria Contini op 24 februari 2011 was geen strafrechtelijke, maar een civielrechtelijke ontruiming. Toch laat deze ontruiming mogelijk een 'verharding' van de kant van de burgemeester zien. De President van de Rechtbank Groningen oordeelde een dag na de ontruiming dat deze onrechtmatig was. Naast deze onrechtmatigheid was er ook een enorme politie(over)macht opgetrommeld om het pand te ontruimen. In een gesprek met Groninger krakers dat plaatsvond naar aanleiding van de onrechtmatige ontruiming van het kraakpand Contini, heeft de burgemeester evenwel aangegeven de nieuwe kraakwet niet uit te zullen voeren.

Eerste ontruiming in Groningen op grond van artikel 138a

Op 27 oktober 2011, iets meer dan een jaar na het ingaan van de nieuwe wet, verstuurde het Openbaar Ministerie in Groningen een brief naar de krakers aan de Boteringestraat 62, waarin zij aangaf voornemens te zijn het pand te willen ontruimen op grond van de nieuwe kraakwet (art. 138a Sr.). In het pand was onder andere een weggeefwinkel gevestigd. Overeenkomstig de landelijke beleidslijn van het OM gaf de brief aan dat het pand binnen acht weken ontruimd zou gaan worden, waarbij de krakers de mogelijkheid werd geboden binnen een week een kort geding te starten, opdat een onafhankelijke rechter de rechtmatigheid van de ontruiming zou kunnen toetsen. De krakers hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, maar vingen bot bij de Groninger rechtbank. De eerste ontruiming op grond van de nieuwe kraakwet in Groningen is daarmee een feit. Duidelijk is dat het Openbaar Ministerie in Groningen hiermee zijn eigen beleid uitstippelt en de burgemeester weinig in te brengen heeft op dit punt. Het kan ook zijn dat dit een makkelijke manier is voor Rehwinkel om zich achter het OM te verschuilen.

Leegstandsbestrijding

De Wet Kraken en Leegstand geeft gemeenten de mogelijkheid een leegstandverordening vast te stellen. Gemeenten zijn hier niet toe verplicht en dit deel van de wet is dan ook vrijblijvend. Een leegstandsverordening kan de volgende instrumenten bevatten om leegstand van bedrijfspanden tegen te gaan:

Leegstandsverordening in Groningen?

Net als de meeste andere gemeente in Nederland heeft ook Groningen reeds voor de invoering van de nieuwe wet aangegeven geen leegstandsverordening vast te zullen stellen. Belangrijkste argument lijkt hierbij dat gemeenten geen budget hebben gekregen om ambtenaren in dienst te nemen die de leegstandsverordening kunnen uitvoeren. Daarnaast is de gemeente van mening dat er in goed overleg met de eigenaren meer bereikt kan worden dan wanneer er gedreigd wordt met sancties. De gemeente houdt zelf geen leegstandsregister bij en is voor de statistieken over leegstand in de stad afhankelijk van gegevens van bedrijven als DTZ Zadelhoff en Carex bv.

GroenLinks in de gemeenteraad lijkt het vaststellen van een leegstandsverordening echter toch als een serieuze optie te zien en raadslid Lizette van der Vegt heeft daartoe eind september 2010 een voorstel gedaan. Zij ziet ook een manier om het probleem van te weinig ambtenaren te omzeilen: de uitvoering van leegstandsbeleid kan aan kraakwachtburo Carex bv worden overgedragen. Deze kan bijvoorbeeld een leegstandsregister bijhouden, gesprekken met eigenaren voeren en gebruikers voordragen. GroenLinks wil kraakwachtbedrijven zoveel mogelijk bannen uit de stad. Vreemd genoeg ziet zij Carex bv niet als een kraakwachtburo.

Download

Contact